La Marmotte, Les Trois Ballons, de Dragon Ride, de Ronde van Vlaanderen. Of, in eigen land, de Amstel Gold Race en de Elfstedentocht. Als liefhebbers van mooie (toer)tochten volbrachten we er al een hoop, waarbij voor de ene koers uiteraard wat meer training nodig is dan voor de andere. Een hele mooie die nog ontbrak is de Maratona dles Dolomites, de Dolomieten Marathon.
Tot deze zomer dan, want Pedaleur Jelger trok naar Noord-Italië om deze legendarische rit te fietsen. Wat hij ervan vond lees je hier!
Met een groep vrienden proberen we elk jaar een mooie fietsreis op het agenda te zetten. De ene keer kan dat een lang weekend zijn, en (als alle drukke gezinslevens het toelaten) het jaar erop weer een week.
Als liefhebbers van epische fietstochten stond de Dolomieten Marathon nog hoog op ons wensenlijstje. Dus we boekten een huisje, stapelden de auto’s vol fietsen en gingen op weg. Met een beetje tegenslag ben je zo 18 uur onderweg vanuit Noord-Holland, maar hee, je moet wat over hebben voor een mooie fietsomgeving.
Eenlingen
Met een afstand van een kleine 140 kilometer is de Marathon waarschijnlijk een van de kortste van al die monstertochten. De Marmotte was bijna 200 kilometer (de afdaling van de Alpe d’Huez meegerekend), na de Trois Ballons gaf de teller zelfs 230 kilometer aan. Het aantal hoogtemeters – 4200 – mag er wel zijn.
Omdat het in de bergen flink kan regenen, kozen we de meest droge dag uit om de tocht te doen. Met vooraf de verwachting dat het toch een beetje ‘ieder voor zich’ zou worden. Onze vriendengroep bestaat sowieso uit wat eenlingen met eigen voorkeuren (“Ik wil uitgebreid lunchen!”, “Nee, we halen wat bij een bakkertje en rijden meteen door!”) en het parcours bemoeilijkt het ook om lang samen te rijden. Waar de Marmotte nog tientallen kilometers redelijk vlakke vallei heeft, is de Marathon op-af-op-af-op. Lastig dus met verschillende klim-en daaltempo’s. Het profiel zegt wat dat betreft voldoende:

Keutenberg
Wat de Marathon (nog) pittig(er) maakt is precies dat voortdurende stijgen en dalen. De klimmen zijn niet superlang, maximaal een uur voor een redelijke fietser, maar direct na een intensieve (want drukke en bochtige) afdaling doemt de volgende berg alweer op. En soms zit er een nog een extra pittig kort stukje in. Zoals de Mur DL Giat, de Kattenmuur, met maximaal 19 procent een iets kortere versie van de Keutenberg.
De omgeving is prachtig, helemaal op een stralende dag als die van ons. De natuur is erg ruig en je fietst voortdurend tussen steile rotswanden. Qua verkeer en wegen kan het beter: tijdens de afdaling van de Passo Valparola moesten we bijvoorbeeld wel vijf keer van de fiets voor stoplichten of wegopbrekingen.
(Een paar dagen eerder waren we al geconfronteerd met een extreem voorbeeld daarvan, maar deze foto’s zijn even een terzijde).
Bij vlagen was het ook druk met verkeer op de weg, maar dat ging gelukkig beter naarmate je hoger op de bergen kwam.
Passo Giau
Daarmee waren de minpunten eigenlijk wel genoemd. De rit was een fantastische ervaring en gelukkig waren er onderweg genoeg momenten waarop we elkaar toch nog even konden treffen voor een koffiepauze of een snelle lunch.
Op het einde was het even doorbijten. Wij hadden de zware Passo Giau als laatste klim, omdat we de tocht niet bij de officiële start begonnen. Een klim van 10 kilometer die zelden onder de 9 procent komt, dat is een lastige afsluiter als je er al 3.300 hoogtemeters op hebt zitten.
Maar daarna konden we met genoegen terugkijken op een prachtige dag. En wellicht alweer nadenken over de volgende bestemming.
Suggesties?
Leuk geschreven! Een mooie prestatie!