Het is vijf uur en ik zit achter m’n laptop. Het is wel een keer mooi geweest met dat werken, ik maak me op voor een rondje door de polder; van een kilometer of 60. Even de kop legen. Een reepje gaat in m’n shirt, ik vul m’n bidons en trek m’n machine uit de schuur. De polder in.

We gaan op pad

Na een kilometer of 15 zie ik in de verte een medecoureur die in z’n eentje aan het koersen is. Fijn, ik heb een richtpunt. Het windje staat tegen en met 36 in het uur rijd ik erheen. Dichterbij komend zie ik een stevige man, een stuk in de vijftig gok ik, maar met de geschoren kuiten van iemand die al z’n hele leven fietst. Ik zet even aan om ‘m te overvleugelen, dat lukt. Ik laat ‘m direct achter in de lege polder. Kleine overwinning; lekker.

Helaas moet ik in de remmen voor een stoplicht. Jammer, want ik zat er net lekker in. Keurig knijp ik in de remmen, terwijl de man die ik zojuist had ingehaald, vol door rood knalt. Niet helemaal netjes, maar ja, ik heb weer een nieuw richtpunt. Wanneer ik ‘m voor de tweede keer overvleugel, gaat ‘ie wel in m’n wiel zitten. Deze keer was ‘ie beter voorbereid dan de eerste keer.

wieltjeszuiger
Wieltjeszuiger

De wieltjeszuiger

Even testen hoe taai de beste man is. 36 wordt 37, 37 wordt 38. Z’n kuiten hadden z’n taaiheid al enigszins verraden en hij blijft stoïcijns in m’n wiel zitten, zonder ook maar enigszins aanzet te geven om een keer over te nemen. Duidelijk; ik heb te maken met een wieltjeszuiger. Ook wel een wielklever genoemd. Mede omdat ik mijn eigen benen begin te voelen besluit ik het erbij te laten en te accepteren dat Peter – zo ben ik ‘m inmiddels gaan noemen – mij de komende kilometers zal blijven schaduwen. Netjes sein ik de loszittende putdeksels, de mensen die we inhalen en de verkeersdrempels.

Na een kilometer of 15 volgt weer een rood stoplicht en vanwege de drukte is ook Peter genoodzaakt om in de remmen te knijpen. Hij komt links naast me staan en ik kijk ‘m aan, wachtend op het bedankje voor al het kopwerk dat ik heb verricht. Hij gunt me geen blik waardig. Lul. Terwijl het licht nog op rood staat, vindt hij een wat rustiger moment en hij trekt zichzelf weer op gang. In de verte slaat hij af. Ik koers weer in m’n eentje verder.

Heb jij altijd een fietsmaatje in je wiel zitten? Trek dan deze sokken aan! Of geef ze cadeau om een statement te maken!